ik wil niet alleen zijn
Geplaatst: Zo 12 Aug 2012 16:30
Ik ben 69 (m) heb zelf Waldenström en ben hiertegen 7 keer om de 3 weken behandeld; werd hierna opgenomen met een longontsteking en hierna gedurende 3 maanden diarree.
Mijn echtgenote is naast andere leiden intens behandeld tegen longkanker. Het leek geholpen te hebben. Toch de vreugde was van korte duur. In de lympfen had zich een kankercel verstopt. Hier kon niets meer gedaan worden. Deze groeide en zaaide zich uit naar de ribben, het hoofd en uiteindelijk naar de longen. Naast de longarts hadden wij regelmatige afspraken in het AVL met andere artsen met het bijbehorende onderzoeken en behandelingen.
In deze tijd zochten wij rust, afstand op te bouwen van thuis en de ziekten door met de camper (3 jaar geleden aangeschaft; eerst een busje en dan een iets grotere). De keus om met een camper de reizen was, niemand kon ons verbieden hier te roken en onze hond mocht ook altijd mee.
Wij reden telkens hoogstens 2 uren en bleven, als het ons daar beviel, enkele dagen. Ondanks onze beider slechte conditie hebben wij ons vermaakt.
Bei aanschaf van de iets grotere camper vroeg mijn vrouw mij: Ga je met onze hond in de camper na mijn overlijden ook weg? Ik zij na enig aarzelen: Ja. Daar voegde zij aan toe: Anders kopen wij deze camper niet en blijven we met het kleine rijden.
Toen wist ik nog niet hoe het is alleen met de camper op weg te zijn en zeker niet hoe het is om de partner na 42 jaar te verliezen.
Mijn kanker staat bekend als ongeneselijk. Al na de eerste behandelingen werden mijn bloedwaarden beter. Ik weet, dat de verbeteringen tijdelijk kan zijn.
Mijn vrouw vond het niet eerlijk, dat zij niet voor mij, maar ik voor haar ging zorgen. De details laat ik hier even weg. Om weer goed te kunnen ademen werd in haar luchtpijp een stand geplaatst. Het was voor haar een hele opluchting. Na een eerste bloeding via de luchtwegen bei het ophoesten van slijm, werd ons duidelijk gemaakt dat geen mogelijkheid bestaat om haar bei een volgende ernstige bloeding meer te helpen, ook al zou de arts in het ziekenhuis bei haar zijn. Tussen de stand en een slagader zat te weinig vlees. Mijn vrouw schreef in onze agenda: De longarts heeft mij opgegeven.
Op 12 maart 2012 verloor zij door deze bloeding erg veel bloed.
Hierop waren wij beiden voorbereid. Begrafenis en alles wat er omheen gebeuren moest had mijn vrouw met mij samen van te voren geregeld.
Ik begrijp nog niet, war vandaan ik telkens de kracht haalde om diverse dingen te doen.
Ik denk, dat zij mij, na har overlijden, geholpen heeft de zware longontsteking redelijk snel te overleven.
De kring van familie en kennissen werd klein en kleiner. Mijn huisarts bevestigde het: Op het eind blijft een kleine kern van mensen om mij heen over.
Het verlangen naar, kleine dingen samen te doen, is groot. Onze hond is een kleine troost voor mij. Voor hem moet ik verder. Niet voor het merendeel van de familie of onze eigen kinderen.
Zo had ik mij voorgenomen om enkele adressen van betekenis in Duitsland met de camper aan te rijden. Met tranen in de ogen heb ik het gedaan. Was 2 ½ weken onderweg. Het was zwaar. Ik ben blij dat ik het gedaan heb. Ben op deze reis mensen tegen gekomen, die recentelijk hun partner verloren hebben.
Ik wil niet meer alleen zijn, ook zijn het pas 5 maanden en ik weet ook; niemand kan mijn vrouw vervangen.
Graag reactie (woon in Amsterdam).
Mijn echtgenote is naast andere leiden intens behandeld tegen longkanker. Het leek geholpen te hebben. Toch de vreugde was van korte duur. In de lympfen had zich een kankercel verstopt. Hier kon niets meer gedaan worden. Deze groeide en zaaide zich uit naar de ribben, het hoofd en uiteindelijk naar de longen. Naast de longarts hadden wij regelmatige afspraken in het AVL met andere artsen met het bijbehorende onderzoeken en behandelingen.
In deze tijd zochten wij rust, afstand op te bouwen van thuis en de ziekten door met de camper (3 jaar geleden aangeschaft; eerst een busje en dan een iets grotere). De keus om met een camper de reizen was, niemand kon ons verbieden hier te roken en onze hond mocht ook altijd mee.
Wij reden telkens hoogstens 2 uren en bleven, als het ons daar beviel, enkele dagen. Ondanks onze beider slechte conditie hebben wij ons vermaakt.
Bei aanschaf van de iets grotere camper vroeg mijn vrouw mij: Ga je met onze hond in de camper na mijn overlijden ook weg? Ik zij na enig aarzelen: Ja. Daar voegde zij aan toe: Anders kopen wij deze camper niet en blijven we met het kleine rijden.
Toen wist ik nog niet hoe het is alleen met de camper op weg te zijn en zeker niet hoe het is om de partner na 42 jaar te verliezen.
Mijn kanker staat bekend als ongeneselijk. Al na de eerste behandelingen werden mijn bloedwaarden beter. Ik weet, dat de verbeteringen tijdelijk kan zijn.
Mijn vrouw vond het niet eerlijk, dat zij niet voor mij, maar ik voor haar ging zorgen. De details laat ik hier even weg. Om weer goed te kunnen ademen werd in haar luchtpijp een stand geplaatst. Het was voor haar een hele opluchting. Na een eerste bloeding via de luchtwegen bei het ophoesten van slijm, werd ons duidelijk gemaakt dat geen mogelijkheid bestaat om haar bei een volgende ernstige bloeding meer te helpen, ook al zou de arts in het ziekenhuis bei haar zijn. Tussen de stand en een slagader zat te weinig vlees. Mijn vrouw schreef in onze agenda: De longarts heeft mij opgegeven.
Op 12 maart 2012 verloor zij door deze bloeding erg veel bloed.
Hierop waren wij beiden voorbereid. Begrafenis en alles wat er omheen gebeuren moest had mijn vrouw met mij samen van te voren geregeld.
Ik begrijp nog niet, war vandaan ik telkens de kracht haalde om diverse dingen te doen.
Ik denk, dat zij mij, na har overlijden, geholpen heeft de zware longontsteking redelijk snel te overleven.
De kring van familie en kennissen werd klein en kleiner. Mijn huisarts bevestigde het: Op het eind blijft een kleine kern van mensen om mij heen over.
Het verlangen naar, kleine dingen samen te doen, is groot. Onze hond is een kleine troost voor mij. Voor hem moet ik verder. Niet voor het merendeel van de familie of onze eigen kinderen.
Zo had ik mij voorgenomen om enkele adressen van betekenis in Duitsland met de camper aan te rijden. Met tranen in de ogen heb ik het gedaan. Was 2 ½ weken onderweg. Het was zwaar. Ik ben blij dat ik het gedaan heb. Ben op deze reis mensen tegen gekomen, die recentelijk hun partner verloren hebben.
Ik wil niet meer alleen zijn, ook zijn het pas 5 maanden en ik weet ook; niemand kan mijn vrouw vervangen.
Graag reactie (woon in Amsterdam).