eerste indruk van het ziekenhuis: oud, ingewikkelde bouw.
1)
keukenhulp.
van de houding vast personeel krijg je de kriebels.
beetje onderdanig.
kok is op vakantie.
steeds maar weer: "pas op, die is minder leuk dan wij zijn"
op een dag bezig met werkkleding aantrekken.
komt iemand binnen.
je groet netjes.
geen antwoord.
nou dan niet.
man doet een witte muts op.
zal de kok wel zijn.
hij is eerder klaar met omkleden.
doet het licht uit.
natuurlijk reageer je niet.
later stel je je voor.
man blijkt zwaar beledigd te zijn.
je biedt je verontschuldigingen aan.
paar dagen later.
je moet een melkbus slaolie in flessen gieten.
werkzaamheden spelen zich af in de koelcel.
glibberig, dus voorzichtigheid geboden.
gaat de kok niet snel genoeg.
"geef hier.
dan zal ik je laten zien hoe wij Nederlanders dat doen"
ruw rukt hij de bus uit je handen.
die is glad.
verliest zijn greep erop.
pats, grote hoeveelheid olie op de koude vloer.
stolt een beetje.
"nou meneer, ik ben zelf Nederlander van geboorte.
maar ik zou het toch anders doen"
de man wordt witheet.
"ruim op"
"o neen, mijn vader heeft mij altijd geleerd: wie rommel maakt, moet het zelf opruimen.
goede morgen"
einde carriere keukenhulp.
kon er echt geen traan om laten.
2)
eten rondbrengen en later weer ophalen.
merkwaardig: steeds op dezelfde retour plaats verdwijnt er eten van de kar.
je stalt die op de bewuste plaats.
stelt je verdekt op.
bingo, op heterdaad betrapt.
dit keer een paar gehakt ballen.
"u heeft toch geen eten van de kar gehaald, hoop ik"
"neen hoor"
"gelukkig.
ik maakte me al zorgen.
loos alarm dus"
"hoe bedoelt U?"
"wel, het eten heb ik net opgehaald van de afdeling VZ Venerische Ziekten"
(NB: Tegenwoordig SOA genoemd, Sexueel Overdraagbare Aandoeningen. ach "what's in a name")
de man wordt bijna groen.
maar nooit meer last gehad van verdwijnend eten.


