van je familie moet je het maar hebben (2)

[r.landouw]

oom Frans

groot dierenliefhebber.
zijn klamboe (muskietennet) was een verblijfplaats voor een groot aantal insecten: mooie torren, wandelende takken, wandelende bladeren, krekels, hagedisjes, noem maar op (de buitenkant wel te verstaan)
voordeel voor hem: niemand waagde zich in zijn kamer.
hij is later directeur van een natuurreservaat op Bali geworden.
volgens mij leeft hij niet meer.

oom Tan

voor zover ik weet eigenlijk geen familie.
is later dierenarts geworden. verbonden aan de dierentuin in Bandoeng.
groot goochelaar.
gaf voorstelling voor ons kleintjes.
op een pianokruk.
goocheltruc met een ei.
in de mond.
op een gegeven moment begint hij te kreunen.
handen naar de keel.
wij razend enthousiast. "bravo oom. prachtig. levensecht, bis bis bis."
pas als hij blauw aangelopen van de kruk valt, al spartelend, in de gaten dat er iets toch behoorlijk mis is.
ei is iets aan de grote kant. sluit zijn luchtpijp af.
hebben het stuk gemaakt.
kreeg weer lucht. eind goed al goed?
nou nee, ma spelbreekster.
is op het rumoer afgekomen.
begint woedend om zich heen te slaan met een zweep.
nou vraag ik je, niets gevraagd of uitgezocht.
gaat er meteen van uit dat wij kattenkwaad hebben uitgehaald.
hoe komt ze erbij he?
toch met elkaar gelachen.
die oom Tan, onze grote held.

[stoffeltje]